Laveren tussen dierenwelzijn en vrijheid van godsdienst

De Linker Wang hield op 29 september 2016 in Utrecht een expertmeeting over onverdoofde rituele slacht. Joodse en islamitische gesprekspartners en veterinaire deskundigen wisselden van gedachten. Hoe verhouden dierenwelzijn en vrijheid van godsdienst zich tot elkaar?

De politieke discussie bevindt zich in het spanningsveld tussen twee essentiële waarden: dierenwelzijn versus vrijheid van godsdienst. De expertmeeting diende om kennis en inzicht te vergroten om zo de Kamerfracties van GroenLinks te ‘voeden’. Als religiewerkgroep van de partij bracht De Linker Wang vertegenwoordigers van joodse en islamitische gemeenschappen samen met experts en andere belanghebbenden. Zo was bijvoorbeeld de veearts Marien Gerritzen aanwezig. Hij is gepromoveerd in Wageningen op het onderwerp rituele slacht. Eén van de andere aanwezigen was Mohammed Boubkari van de organisatie Groene Moslims.

Bij de opening van de bijeenkomst schetste GroenLinks-senator Ruard Ganzevoort – tot voor kort voorzitter van De Linker Wang – kort de aanleiding. Het gaat volgens hem om het evenwicht tussen essentiële waarden zoals vrijheid van godsdienst, diversiteit en dierenwelzijn – waarden die volgens hem in het DNA zitten van GroenLinks.

Hoe zit het met de onverdoofde rituele slacht in andere Europese landen? Grofweg zijn er vijf verschillende posities: twee uitersten en drie tussenwegen. Het ene uiterste is ‘ja, mits’: onverdoofde rituele slacht is een erkende, reguliere manier van slacht, maar wordt gebonden aan voorwaarden. De Verenigde Staten en Israël hanteren deze benadering. Het andere uiterste is een verbod. Deze benadering is in zwang in onder meer Zweden en Zwitserland. Een tussenweg geldt in Nieuw-Zeeland: rituele slacht van runderen is er verboden, die van pluimvee toegestaan. Regels rondom schapen zijn daar onduidelijk. Een tweede tussenweg is gekozen door Nederland, België en diverse andere landen. Onverdoofde slacht is verboden, tenzij er sprake is van een toegestane uitzondering zoals slacht volgens joodse of islamitische religieuze riten. Een derde tussenweg lijkt op de tweede, maar dan met verdoving direct na de halssnede. Deze benadering is gekozen in Finland, Estland, Letland en de Oostenrijkse deelstaat Neder-Oostenrijk (Niederösterreich).

Het jaar 2012 was een beslismoment wat betreft onverdoofde rituele slacht in Nederland. De senaat verwierp een voorstel van de Partij van de Dieren (PvdD) voor een totaalverbod; de belangrijkste reden was onverenigbaarheid met vrijheid van godsdienst. Kort erna heeft de overheid een convenant uitgewerkt: een compromis waarbinnen onverdoofde rituele slacht is toegestaan, binnen randvoorwaarden ten aanzien van dierenwelzijn. De zogeheten ‘veertig seconden-regel’ is het belangrijkste bestanddeel. Een slachtdier moet binnen veertig seconden na de halssnede zijn bewustzijn verliezen.

De haalbaarheid of onhaalbaarheid van deze veertig seconden-regel wordt duidelijk aan de hand van een gedachtewisseling tussen GroenLinks-senator Marijke Vos en drie experts van de Universiteit van Wageningen: Marien Gerritzen, Ludo Hellebrekers en Jaap Keijer. Laatstgenoemde let vooral op fysiologische kenmerken en pijnreflexen. Uit de inbreng van de drie veeartsen blijkt dat schapen en pluimvee ruimschoots binnen veertig seconden het bewustzijn verliezen. Runderen hebben aanzienlijk meer tijd nodig. Tegelijk houden de drie onderzoekers een slag om de arm. Wanneer bewusteloosheid precies intreedt, is nog steeds voorwerp van onderzoek.

Ruben Vis, woordvoerder van het Nederlands-Israëlitische Kerkgenootschap (NIK), pleit om de normen voor runderen te verruimen, maar die voor schapen en pluimvee juist strenger te maken.

De GroenLinkse senatoren Marijke Vos en Ruard Ganzevoort waren er voornamelijk bij om na te denken en vragen te stellen aan de overige gesprekspartners, onder meer in verband met de onhaalbaarheid van de veertig seconden – regel in relatie tot runderen. Moet deze regel worden opgerekt omdat ze niet haalbaar is in het geval van dat soort vee, zoals sommigen zeggen? Of moeten we juist vanwege die onhaalbaarheid concluderen dat runderen niet langer onverdoofd mogen worden geslacht?
Voor beide senatoren is oprekken van de veertig seconden – regel onbespreekbaar.

Het probleem met de runderen was voor staatssecretaris Martijn van Dam (PvdA) één van de redenen om in februari 2016 te komen met voorstellen voor aanscherping van het convenant. Hij baseerde zich onder meer op inspecties van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) in enkele islamitische halal-slachthuizen en in het ene Nederlands-joodse koosjere slachthuis. Volgens de NVWA was de praktijk op de slachtvloer niet voldoende gestandaardiseerd. Ook Abdelkarim Zerriouh van de Stichting Halalpolitie laat zich kritisch uit over de gang van zaken in halal-slachthuizen.

Is verdoving na de halssnede een werkbaar compromis? De drie Wageningse deskundigen zien wel wat in deze benadering zoals gekozen in Finland, Estland en Letland. Van islamitische en joodse zijde kwam géén duidelijk signaal hierover.
De vraag hoelang de dieren bij bewustzijn zijn en hoeveel pijn ze lijden, blijft lastig. Ook de wetenschap is niet eenduidig. Waar de experts en afgevaardigden van religieuze gemeenschappen zich gezamenlijk in konden vinden is het belang van de context waarin de slacht plaats vindt. Dieren dienen in een stressvrije omgeving geslacht te worden. Dat is in de veelal industriële omgevingen die gericht zijn op snelheid, meestal niet zo. In een stressvrije omgeving zal bewusteloosheid na het aansnijden, ook bij runderen, veel sneller plaats vinden.

Het tweede onderdeel van de avond betrof de economische gevolgen van Van Dam’s voorstellen. De staatssecretaris denkt aan een exportverbod van halal en koosjer vlees, en aan gescheiden distributie binnen Nederland. Uit de inbreng van Joodse en islamitische aanwezigen bleek een vrees voor hogere kosten en minder rentabiliteit in een toch al kleine markt. Daarnaast leefde vooral de vraag hoe de overheid een eventueel exportverbod gaat controleren en gaat toezien op distributie gescheiden van ‘regulier’ vlees. Met enkele honderden miljoenen dieren in ons land bestemd voor de slacht, zal dit ontzettend complex zijn.

In plaats van gescheiden distributie denken onder andere ‘Halal Correct’ en het NIK aan etikettering. Opvallend was dat islamitische vertegenwoordigers niet tegen etikettering van halal-vlees als zodanig zijn. Dit brengt immers controle met zich mee, waar ook de bewuste moslimconsument behoefte aan heeft. Joodse en islamitische aanwezigen zijn wel van mening dat het juist labelen van hun vlees de verantwoordelijkheid is van de religieuze gemeenschappen zelf, en niet die van de Nederlandse overheid.

Voor GroenLinks was dit een zinvolle bijeenkomst om verbinding te maken met verschillende betrokkenen en kennis op te doen. Elkaar weten te vinden, zo gaf Ruard Ganzevoort in het slotwoord aan, is bij dit soort heikele kwesties ontzettend belangrijk.

Door Bas Roufs en Martin Visser. De auteurs zijn actief in het bestuur van De Linker Wang.

De auteurs zijn actief in het bestuur van De Linker Wang.

Achtergrondinformatie vindt u op deze pagina.