De Ab-factor

Uitgesproken door Els Veenis bij het 4e lustrum van De Linker Wang op 3 december 2011 in Utrecht

De Linkerwang, dat is voor mij vooral Ab. Met wie ik samen met o.a. Bert Boer 4 jaar in het partijbestuur zat van GroenLinks, van 94 tot 98. Maar daarmee is de Linkerwang voor mij tegelijk ook meer. Jullie zijn degenen waar we op kunnen rekenen bij de jaarlijkse uitreiking van de Ab-prijs. Die weten waar mooie initiatieven zijn die we willen ondersteunen. En die me na afloop vriendelijk maar kritisch bevragen over GroenLinks en over mijn werk als beleidsmedewerker hij de landelijke overheid. Daarmee hebben jullie een beetje de rol van Ab als waker over mijn welzijn overgenomen.

Voor GroenLinks kende ik Ab alleen van een bericht in de krant toen hij bij een actie voor bijstandsvrouwen in de Hofvijver was gesprongen. Dat zouden meer dominees moeten doen, dacht ik toen. Opkomen voor bijstandsvrouwen, bedoel ik.

Van christenen wist ik nog minder. Mijn familie is al lang geleden van het geloof gevallen. Mijn overgrootvader was aanhanger van Domela Nieuwenhuis, mijn grootouders kwamen ooit uit de rode Zaanstreek naar het zwarte kousen Nijkerk en waren daarmee daar de eerste buitenkerkelijken die fietsten op zondag en aan anticiconceptie deden. Niet tegelijkertijd trouwens, al dacht de omgeving dat misschien wel. Want er wordt veel zondigs gedacht door christenen en nog veel meer stiekem gedaan. Dat zeiden mijn ouders tenminste.

Van linkse christenen wist ik al iets meer. Er staat me vaag iets bij dat twee jongens van de groep Christenen voor Socialisme in de jaren 80 van de vorige eeuw een keer langskwamen bij een vergadering van mijn feministische actiegroep Wij Vrouwen Eisen, voor vrije abortus. Ze wilden met ons samenwerken en namen een visiestuk mee waarin ze vanuit het geloof het principe ‘de vrouw beslist’ onderschreven.

Pas bij de geboorte van GroenLinks leerde ik Ab en daarmee ook de Linkerwang en de Arme Kant van Nederland kennen. Voor mij een heel nieuwe groep die niet makkelijk mixte met mijn netwerken. Zo hielden Ab en ik een keer een meeting over ons sublieme idee van een voetinkomen, waarmee je eerder met een deeltijdbaan uit de bijstand zou komen. Deelnemers waren mijn feministisch netwerk en zijn bijstandsvrouwen. Dat gaf een enorme ruzie. De feministen wilden alle vrouwen aan het werk en economisch zelfstandig, de bijstandsvrouwen wilden erkenning van zorg als werk en betaling daarvoor. Het ontaardde in beschuldigingen over en weer wie de slechtste moeder was. Ik kookte van woede, maar Ab bleef rustig en brak het ijs door in de pauze de trouwfoto’s van zijn dochter te laten zien. Ik was toen de enige die nog wat bleef namokken, want ik vind trouwen burgerlijk, behalve als het een homohuwelijk is.

Ik heb in die tijd ook een column mogen schrijven voor het blad van de Linkerwang. Daarin stelde ik dat de Bijbel mooie verhalen kent, maar met een verkeerde clou. Het verhaal van Maria en Martha bijvoorbeeld, wat moet je daar nou mee? Wordt de hele tijd van vrouwen verwacht dat ze zorgzaam zijn, is dat ineens verkeerd als Jezus langs komt. Dat is toch een paradox die je moet overstijgen. Samen koken en wijn drinken, een goed gesprek en Jezus wast af. Er kwamen een paar boze reacties op die column en mensen wilden voor mij bidden. Ab vond dat prachtig!

Later zag ik hem met zijn dansgezelschap met verhaal van Jairus verbeelden en tot mijn verrassing zat daar precies zo’n draai in als ik bedoelde. Jezus liet Jairus zien waar de ziekte van zijn dochter vandaan kwam -gebrek aan aandacht en erkennning- en hoe hij haar de kracht kon geven op eigen benen te staan. Prachtig! Ze hadden voor Jezus wel een hele mooie man ingehuurd, dan gaat de boodschap erin als koek, heb ik nog wel gesputterd.

Maar dit is is wel precies de rol die ik voor de Linkerwang zie. Draaien mogelijk maken. Los komen van dogma’s en grenzen tussen mensen met verschillende achtergronden, talen en gewoonten en zoeken naar de diepere betekenis van verhalen, in dialoog met anderen en jezelf. De Bijbel, Koran of welk heilig schrift dan ook letterlijk nemen, gaat voorbij aan het feit dat menselijke woorden nooit los staan van interterpretaties vanuit een moment en een positie. We kunnen niet zonder taal, maar laat woorden nooit een gevangenis zijn. De Linkerwang zet de deuren van die gevangenis open, zo zie ik dat.

De Linkerwang zal daarmee nooit een groep zijn die grote, snelle successen zal boeken, maar dat hoeft ook niet. Als beleidsmedewerker weet ik dat resultaten vaak weinig direct tot stand komen, hoe graag we dat ook zouden willen. Het gaat vaak om indirecte effecten door acties van anderen die je ruimte hebt gegeven waardoor ineens de tijd ineens rijp is. Zoek het dus vooral in verandering door anderen op de langere termijn, door ze te prikkelen en inspireren met een andere visie.

Hoewel, dat de term Linkerwang nu in een Bijbelvertaling terecht is gekomen, is toch wel geweldig! Hoger kun je niet stijgen! Het doet me denken aan mijn euforie toen het me gelukt was een tekst in het regeerakkoord te krijgen over homo- emancipatie, inclusief transgenders- mensen die niet passen in de hokjes man of vrouw. Je hebt dan toch een draai weten te geven aan grondslagen voor het handelen van mensen, in beleid en gedrag.

Ik zou die taak als verlegger van grenzen in denken en doen de Ab-factor willen noemen. Nou was Ab natuurlijk geen heilige, hij kon ook behoorlijk eigengereid drammen, net als wij allemaal, maar hij deed dat wel vaak met humor en gevoel, waarbij hij juist mensen opzocht die niet helemaal in onze kaders passen. Zoals beroepsmilitairen of mensen van de AIVD. Op het partijbureau van GroenLinks stonden we elke keer weer te kijken met wie hij nou weer aan kwam zetten om mee samen te werken.

Die Ab-factor heb ik lang geleden ontdekt toen ik een onderzoekje deed naar het spreken op GroenLinks congressen. Ik wilde weten of er daarbij verschil was tussen mannen en vrouwen. En ja, er spraken meer mannen dan vrouwen, en de laatsten spraken vooral over sociaal beleid en zorg. Maar ik zag ook iets anders. Er was weinig verschil in de manier van spreken tussen de seksen. Dominant is de Ineke van Gent stijl. Kort, krachtig, turbo. Scoort goed of geeft in ieder geval reuring. Minder goed scoren de lieve mensen die een beetje schutteren en over hun tijd heengaan en dan wreed afgekapt worden door de voorzitter. Maar het allerbeste scoren sprekers die hun passie met humor weten te verbinden. Dat geeft ruimte aan de zaal om een draai te maken. En dat stemt dan soms ineens tegen een advies van het partijbestuur in. Dat heb ik Ab zien doen, vandaar de naam Ab-factor. Het grappige is dat hijzelf als partijvoorzitter natuurlijk ook te maken kreeg met sprekers die zijn zorgvuldig opgebouwde adviezen met diezelfde factor onderuit schoffelden.

Toen ik een aantal jaar geleden van vrouwenemancipatie overstapte naar homobeleid, kreeg ik het bespreekbaar maken van homoseksualiteit in kringen waar dat nog taboe is onder mijn hoede. ‘Doe mij maar de christenen ‘ heb ik geroepen. Kijk, dat zou ik nooit gedaan hebben als ik Ab en jullie niet gekend zou hebben. Ik kreeg er trouwens alle andere geloven bij en we zijn er nog lang niet mee klaar.

In mijn contacten met deze groepen heb ik veel aan jullie lessen. Het gaat vaak niet om argumenteren, maar om vragen stellen en anderen die nog in de marge zitten sterker maken om zichzelf te laten zien en daarmee het denken en doen van hun omgeving te laten kantelen.

Ik ben heel benieuwd hoe het verder met jullie zal gaan. Worden jullie een community op Facebook, gaan jullie tegendraadse Tweets de wereld insturen of zie ik jullie moties binnenhalen op congressen? Worden jullie de spirituele denktank van GroenLinks of een toevluchtsoord van links gelovige tegenkrachten? We gaan het zien. Veel humor en gevoel en gewenst!